Hier vindt u uw
patiëntenportaal
Röntgenfoto en CT-scan
Patiënten met klachten die kunnen wijzen op longkanker worden verwezen naar de longarts, waarna een röntgenfoto van de longen is gemaakt. Indien op deze foto 'een vlekje' op de longen wordt gezien, is vaak verder onderzoek nodig. Dit betreft in eerste instantie over het algemeen een CT-scan van borstkas en bovenbuik en meestal ook een PET-scan.
Aanvullend onderzoek
Op basis van de eerste onderzoeken wordt bepaald of er nog verder onderzoek nodig is, bijvoorbeeld bloedonderzoek of een MRI-scan. Om de algemene gezondheidstoestand en de conditie van de longen te bepalen wordt vaak een ECG (hartfilmpje) en longfunctieonderzoek gedaan. Ook is soms een inspanningsonderzoek en/of en longperfusiescan nodig.
Weefselonderzoek (biopsie of punctie)
Om zo zeker mogelijk te zijn van de diagnose wordt vaak besloten om weefsel van de tumor of de uitzaaiingen te verkrijgen. Hierbij wordt via biopten of een punctie kleine stukjes weefsel genomen uit een orgaan of klier. Dit weefsel wordt in het laboratorium door de patholoog onderzocht. Biopten kunnen genomen worden via een bronchoscopie, CT geleide punctie of thorascopie. Puncties kunnen worden genomen van pleuravocht (pleurapunctie), van lymfklieren via echo bronchoscopie (EBUS).
Onderzoek oudere patiënten met kanker
Bij oudere patiënten met longkanker worden - indien van toepassing - voedingstoestand, stemming, geheugen en zelfredzaamheid besproken en onderzocht door de gespecialiseerd geriatrisch oncologisch verpleegkundige. Het behandelplan wordt vervolgens waar nodig aangepast.