Wanneer is een amputatie nodig?
Het is een ingrijpende gebeurtenis voor de patiënt, de familie en omgeving, maar ook voor de arts. Daarom zal pas na zeer zorgvuldig afwegen zo'n operatie worden voorgesteld. Als er sprake is van zo ernstige weefselschade (beschadiging en/of afsterving), dat niet amputeren ernstige gevolgen kan hebben voor het verdere leven van patiënten. Bij ernstige weefselschade is de kans op een steeds verder gaande infectie erg groot.
De amputatie
Afhankelijk van het te amputeren lichaamsdeel zal het amputatieniveau besproken worden. Dat wil zeggen: de plek tot waar het lichaamsdeel wordt afgezet.
Na de amputatie
De eerste periode na de operatie is gericht op:
- herstel van de wond
- ontwikkeling van de functie in het overgebleven deel van het geamputeerde lichaamsdeel
- revalidatie en oefentherapie onder leiding van een fysiotherapeut en de revalidatiearts
Een orthopedisch schoenmaker en eventueel de revalidatiearts bekijken welke revalidatie- en prothesevoorziening in uw nieuwe situatie mogelijk zijn.
Fantoompijn
Een bijzonder fenomeen na een amputatie, maar soms ook een hinderlijk verschijnsel, is de fantoomsensatie of fantoompijn. Deze verschijnselen zijn tegenwoordig met medicijnen of injecties goed te behandelen.
Na de operatie
Twee tot drie weken na de operatie worden in principe alle hechtingen verwijderd. Deze afspraak wordt gemaakt bij het ontslag uit het ziekenhuis. De mogelijkheden voor revalidatie zijn voor iedere patiënt anders. Dit hangt af van uw lichamelijke conditie, bijkomende ziekte (en/of gebreken), de hoogte van de amputatie en de amputatiestomp.
Contact
U kunt vragen stellen aan de polikliniek assistent Chirurgie, tel: (0182) 50 58 78, dit nummer is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 11.30 uur en van 13.30 tot 16.00 uur.
Meer informatie
Lees de uitgebreide informatie over amputatie van een ledemaat in onze patiëntenfolder. Deze vindt u in het folderblok bovenaan deze pagina.