Het aanbrengen van een fixateur externe
Bij de operatie worden een aantal metalen pennen door de huid in het bot geschroefd. Met verbindingsstaafjes worden deze pennen met elkaar verbonden, zodat een framewerk ontstaat. Vervolgens wordt de botbreuk in de juiste stand gebracht waarna het framewerk wordt vastgedraaid. Hoelang de fixateur externe moet blijven zitten hangt af van het type breuk.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico's. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals (na)bloeding, infectie en trombose. Daarnaast zijn er nog specifieke complicaties mogelijk. De meest voorkomende complicatie van de fixateur externe is een infectie rondom de pennen, die door de huid in het bot zijn geschroefd (pengat infectie).
Het verwijderen van de fixateur externe
Een fixateur externe wordt meestal op de polikliniek verwijderd. Dat kan normaal gesproken zonder verdoving. Eerst wordt het framewerk verwijderd, daarna worden de pennen uit het bot gedraaid. Na het verwijderen van de pennen kunnen de wondjes in de huid iets nabloeden. Dat moet na een dag gestopt zijn. De wondjes worden verbonden met een gaasje. De pengaatjes in het bot groeien vanzelf dicht.
De verzorging van de fixateur externe
De dagelijkse verzorging van een fixateur externe kan de patiënt meestal zelf doen. Het verzorgen gaat als volgt:
- Verwijder de oude gaasjes rond de pennen. Maak de gaasjes eerst nat met kraanwater als ze vastzitten.
- Maak de pennen en insteekopeningen schoon met water.
- Verwijder de korstvorming rondom de pennen, zodat de huid los komt te liggen.
- Knip een gaasje tot het midden in en breng het aan rondom een pen.
- Plak de gaasjes vast op de huid met een pleister.
Als de huid rondom de pen mooi droog is, hoeft het niet meer verbonden te worden.
Vragen en contact
Als zich thuis complicaties voordoen, kunt u contact opnemen met uw behandelend specialist, via de polikliniek assistent Chirurgie. U kunt vragen stellen aan de polikliniek assistent Chirurgie, tel: (0182) 50 58 78, dit nummer is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 11.30 uur en van 13.30 tot 16.00 uur. Buiten de openingstijden van de polikliniek en bij acute problemen kunt u ook bellen met de Spoedeisende Hulp: (0182) 50 53 27.