Knieprothese, een nieuwe knie

Het behandeltraject

• Wanneer is een prothese noodzakelijk?

  De orthopedisch chirurg stelt de ernst van de slijtage vast door uitwendig onderzoek en röntgenfoto's. Een kijkoperatie is eventueel ook een mogelijkheid. Het kniegewricht kan zo ernstig beschadigd zijn dat een knieprothese noodzakelijk is.

  Dan zijn er twee typen: de totale en halve knieprothese. Bij de totale knieprothese, die het meest wordt gebruikt, wordt het kraakbeen van het dijbeen en scheenbeen vervangen. Bij de halve knieprothese wordt alleen de binnen- of buitenzijde van de knie vervangen. Dit kan alleen, als de andere delen van de knie helemaal goed zijn. Een vervanging van de knieschijf is over het algemeen niet noodzakelijk.
  

  In principe is de levensduur van de knieprothese beperkt. Als het nodig is, is het plaatsen van een knieprothese op jongere leeftijd zeker bespreekbaar. Uw eigen oordeel wordt ook in belangrijke mate meegenomen bij de beslissing om tot operatie over te gaan.

• Voorbereiding op de operatie

  In overleg met de orthopedisch chirurg wordt gekozen voor een hele of halve knieprothese. 
   
  Voor de opname in het ziekenhuis wordt u gezien door de anesthesist op het preoperatief spreekuur. U heeft ook een afspraak met de orthopedieconsulent om de thuissiutatie in kaart te brengen. De orthopedieconsulent is uw aanspreekpunt rondom de operatie. In sommige gevallen onderzoekt de internist, longarts of cardioloog u ook. Behalve bloed- en urineonderzoek, maken we zonodig ook een hartfilmpje en een longfoto.

  De operatie gebeurt onder gehele narcose of plaatselijke verdoving. Plaatselijke verdoving kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Bij opname kunt u uw keuze ook nog bespreken. 

  Na de operatie bent u in het begin beperkt in uw mogelijkheden omdat u met krukken of een stok loopt. Ga na wie er in uw directe omgeving kan helpen. Enkele dagen vóór de operatie moet u stoppen met het gebruik van antistollingsmiddelen (Marcoumar, Sintromitis, Ascal).

• Vóór de operatie

  Voor uw opname heeft u nog een afspraak met de orthopedisch consulente en op het Preoperatief spreekuur.

  Tijdens het consulente spreekuur heeft u een gesprek met de orthopedie consulente. Hierin wordt o.a. uw thuissituatie besproken, wat moet er geregeld en georganiseerd worden om het voor u thuis zo comfortabel mogelijk te maken na uw ontslag uit het ziekenhuis. Daarnaast geeft de consulente u informatie over de periode rondom uw operatie.

  Tijdens het Preoperatief spreekuur heeft u een gesprek met de anesthesioloog. De anesthesioloog besluit in overleg met u welke vorm van anesthesie zal worden toegepast. Verder verzamelt de anesthesioloog informatie over uw gezondheidstoestand.  Hij/zij kan tijdens dit gesprek voorstellen aanvullende onderzoeken of consulten, bijv. de cardioloog of internist, te laten plaatsvinden om de anesthesie zorgvuldig voor te bereiden.

• De operatie

  De operatie duurt 1 tot 2 uur. De orthopedisch chirurg maakt aan de voorkant van de knie een verticale snee. Hij verwijdert vervolgens de aangetaste gewrichtsvlakken. Met speciale instrumenten wordt het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Daarna plaatst de orthopedisch chirurg de knieprothese.

  Een kunststofschijf tussen de metalen delen van de prothese zorgt ervoor dat de knie soepel kan scharnieren. Tijdens en soms ook enige dagen na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. Na de operatie leggen we bij u een stevig drukverband aan.

• Na de operatie

  Op de dag van de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs en krijgt u oefeningen voor in bed. Als u zich goed voelt mag u al uit bed, zodat u snel weer op de been bent.

  Het dagelijks oefenen is erg belangrijk. U krijgt pijnbestrijding aangeboden om het oefenen makkelijker te maken. Veel aandacht wordt besteed aan het buigen en strekken van de knie. In principe mag de knie direct volledig worden belast.

  U krijgt dagelijks een prik of een tabletje om trombose te voorkomen. Met deze bloedverdunnende medicijnen moet u 28 dagen na de operatie doorgaan.

• Naar huis

  Meestal kunt u na 1 - 2 dagen naar huis. Het is verstandig om direct aan te geven of u thuishulp nodig heeft. In uitzonderlijke gevallen vindt verdere revalidatie plaats in een verzorgingshuis, verpleeghuis of revalidatie-instelling. Dat wordt meestal voor de operatie al besproken met de orthopedieconsulenten.

• Last na de operatie

  De meeste patiënten houden nog enige tijd last van de knie. Dit komt omdat het slijmvlies in de knie nog enige tijd na de operatie geïrriteerd blijft. Dit merkt u aan enige zwelling van de knie, pijn rondom de knieschijf en het gevoel of er een strakke band om de knie zit. De knie voelt ook warm aan. Dit hoort er dus een beetje bij en verdwijnt na enige tijd vanzelf.

• Lopen met krukken

  De eerste 6 weken loopt u met 2 krukken. Daarna kunt u samen met de fysiotherapeut toewerken naar lopen met één kruk en tenslotte lopen zonder krukken. De gemiddelde revalidatie bedraagt 3 maanden.

• Functioneren met een knieprothese

  Na plaatsing van een knieprothese is de pijn meestal verdwenen en kunt u veel beter lopen. In veel gevallen kunt u de knie tot meer dan negentig graden buigen. Fietsen is doorgaans mogelijk. Absolute garanties voor een volmaakt pijnloos functioneren en een zeer soepel kniegewricht kan niemand u echter geven.

  Het is niet raadzaam de nieuwe knie in werk en sport zwaar te belasten: de kans op loslating, materiaalslijtage en beschadiging is dan groter. De orthopedisch chirurg kan u hierover adviseren.