Zodra de klapdeuren van de corona IC achter je dichtvallen, waan je je in een andere wereld. Je hebt geen idee hoe het verder in het ziekenhuis gaat nu. Opschalen, meer bedden, we moeten ons voorbereiden op wat er komen gaat. Wat staat ons te wachten, hoe gaan we dit doen? Niemand weet het precies, en dat maakt deze dagen onzeker. De voorbereidingen om deze afdeling te openen zijn heel surrealistisch.
Ik voel heel sterk, samen met mijn collega's, dat we er alles aan moeten doen om hoogwaardige kwalitatieve, liefdevolle zorg te blijven geven. Dat is soms een uitdaging als er meer en meer patiënten komen. Daarom ben ik juist nu ontzettend trots op ons vak. De grenzen van wat mogelijk is worden steeds verder opgerekt, steeds weer een patiënt erbij onder onze verantwoordelijkheid. Er worden dingen voor ons beslist, bedacht en doorgevoerd in heel korte tijd. Er wordt hulp geregeld van allerlei afdelingen. Er worden beslissingen genomen om ons te ontlasten, maar ontlast dit ons nou echt?
De patiënt als mens
Ik vind het belangrijk, écht ontzettend belangrijk, dat de patiënt altijd als mens behandeld wordt. Dat de patiënten nu geen bezoek mogen ontvangen valt ons allen dan ook heel zwaar. We staan familie te woord via de telefoon, proberen uit te leggen wat er aan de hand is zonder dat zij dat vanuit huis ook echt kunnen zien. Normaal gesproken nemen we familieleden mee naar de patiënt en zien mensen met eigen ogen meteen hoe ernstig de situatie is. Nu moeten we dat in woorden overbrengen. Want het is nogal wat, wat wij patiënten op de IC moeten laten ondergaan. Natuurlijk, allemaal met het doel de patiënt beter te maken, maar alsnog zijn het hele ingrijpende behandelingen.
Tot voor kort wisten veel mensen niets van wat er op een IC gebeurt. Misschien is dat het enige positieve aan deze hele pandemie. Ineens zijn we bekend. Mensen worden bijna gedwongen er eens over na te denken: 'wat als ik…? ' Gelukkig werd al snel geregeld dat we kunnen videobellen met de familie thuis. Maar ook dat vraagt wat van ons medewerkers. We doen het met liefde, maar het is pittig. Het is heftig om met een telefoon naar een patiënt te lopen op zijn/haar buik ligt, met een beademingsbuisje in de mond, aangesloten aan een dialyse-apparaat en met allerlei piepjes en geluiden. De patiënt lijkt vaak niet meer op de persoon zoals ze er thuis voor de opname uitzagen. Dan hoor je de familie schrikken, huilen en lieve dingen zeggen tegen hun partner, moeder, vader, zoon of dochter.